In de negentiende eeuw vonden bewoners uit de grootsteedse volksbuurten hun vermaak bij het poppenspel. Een schouwburg was onbetaalbaar, dus werd gespeeld in kelders, de enige betaalbare oplossing voor het arme publiek. Een volks theater dus, dat in zijn repertoire ook zeker ongezouten kritiek op medemens en overheid niet schuwde.